Jonge paarden zijn heel gevoelig voor worminfecties, omdat hun afweersysteem nog minder goed ontwikkeld is. Vandaar dat we in de eerste 3 jaar de paarden ontwormen volgens een vast schema. Er kan in die periode wel aangeraden worden om eens mestonderzoek uit te voeren, maar dat is enkel in specifieke situaties. Bij veulens vanaf 2.5 maand leeftijd spelen met name spoelwormen een rol; dit vergt een ander type ontworming (pyrantel of fenbendazole) dan we tegen bloedworm gebruiken. Vanaf 6 maanden leeftijd wordt ook een bloedwormbesmetting belangrijk en gaan we hier ook tegen ontwormen (met ivermectine of moxidectine). Zie hiervoor onderstaand schema.
Vanaf 3-jarige leeftijd wordt er gebruik gemaakt van mestonderzoek om te bepalen of en waarmee het paard ontwormd dient te worden. Enkel in het najaar (november/december) na de eerste nachtvorst is het advies om nog standaard te ontwormen met een uitgebreide ontworming. Deze is specifiek bedoeld voor ingekapselde larven in de darmwand, lintwormen en horzellarven; dit vinden we vaak niet terug in mestonderzoek.
Schema ontwormen | Type ontwormmiddel |
Veulens: | |
2.5-3 maanden leeftijd | Pyrantel of Fenbendazole |
4.5-5 maanden leeftijd | Pyrantel of Fenbendazole |
6 maanden leeftijd | Ivermectine of Moxidectine |
10-12 maanden leeftijd | Pyrantel of Fenbendazole |
Jaarlingen en tweejarigen: | |
Voorjaar | Moxidectine |
Zomer | Ivermectine |
Najaar (november/december) | Moxidectine + Praziquantel |
18 maanden leeftijd | Pyrantel of Fenbendazole |
Vanaf 3 jaar: | |
Op basis van mestonderzoek: maart- mei – juli – september | Afhankelijk van uitslag mestonderzoek |
Najaar (november/december) | Moxidectine + Praziquantel |

Wat doen we tijdens een mestonderzoek?
Om dezelfde dag nog het onderzoek te kunnen doen, breng je voor 15.00u mest binnen. Voor het meest betrouwbare resultaat is dit zo vers mogelijke mest. Onder de microscoop bekijken wij het aantal uitgescheiden eitjes.